OPINIE – De Raad van State heeft de nareisbeperking van vak K gelukkig definitief van tafel gehaald. Het zou toch helemaal absurd zijn dat families niet weer samen mogen zijn, als hier wel één familielid een vergunning heeft gekregen om hier te mogen blijven. Daarvoor hadden rechtbanken in Amsterdam, Middelburg en Arnhem de nareisbeperking onwettig en in strijd met veel nationale en internationale verdragen verklaard.  

Nareisbeperking 
De Raad van State heeft de nareisbeperking van het kabinet nu definitief van tafel geveegd. Met andere woorden, de Raad van State heeft aangegeven dat de ‘lagere’ rechtbanken in Amsterdam, Middelburg en Arnhem gelijk hadden. Dit kon ook (bijna) niet anders, daar als 1 rechtbank zegt dat de nareisbeperking onwettig is, kan een andere rechtbank in zelfde gevallen geen andere uitspraak doen. 
Dat de staatssecretaris dit niet had verwacht, gaat er bij mij gewoon niet in. Iedereen binnen de burelen van de Tweede Kamer en alle ministeries kunnen de nationale en internationale verdragen dromen. Sterker nog: als men de staatssecretaris midden in de nacht wakker maakt, is het eerste wat hij zegt, zijn de internationale verdragen in het kader van migratie. 

Maar in vak K dacht dat men ‘sterker’ was dan de Raad van State en kosten wat kost moest de nareisbeperking doorgevoerd worden. En nu zit het hele vak K met de gebakken peren: de staatssecretaris over migratiezaken, de minister van financiën, de minister die gaat over het aantal woningen en dan het opperhoofd natuurlijk, de premier. 

In een artikel van het ANP werd aangegeven dat de nareisbeperking voor familie van statushouders, die het kabinet had ingesteld om de asielstroom in te perken, in strijd is met het nationale en Europese recht. Opvallend hierbij is te noemen dat de nareisbeperking zelfs in strijd is met het Nederlandse recht. Weet dan vak K niet wat er in de Nederlandse rechtsregels staat of hebben ze zich gewoon een te grote broek aangetrokken? 
Volgens de Raad van State heeft de maatregel van de staatssecretaris geen wettelijke basis. En juist die wettelijke basis is nodig, omdat de overheid geen inbreuk mag maken op rechten, als de wet dat optreden niet mogelijk maakt. 
Het bleek dat staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) in beroep was gegaan tegen de uitspraak van 3 lagere rechters. Door de uitspraak van de Raad van State kan het kabinet niet meer in beroep. 

Dit betekent dat het kabinet moet zorgen, dat de gezinsleden van de statushouders, onmiddellijk naar Nederland mogen komen. Volgens de landelijke media zal er nu in één keer een grote groep gezinsleden naar Nederland komen – overigens dat is nog steeds de vraag – die zich allemaal moeten melden bij de opvanglocatie in Ter Apel. Dit betekent voor de staatssecretaris weer een probleem, daar de organisatie van Ter Apel flink overbelast is. Daarbij komt dat nog dat een statushouder – die een vergunning heeft om te mogen blijven – ook recht op een zelfstandige, gezonde en veilige woning heeft. Dus moet minister Hugo de Jonge nog harder aan de bak. 

Het kabinet had in de nareisbeperking aangegeven, dat statushouders zonder huisvesting, minimaal een half jaar moeten wachten om het gezin over te laten komen. In augustus had vak K besloten om deze regeling zo vast te leggen – als onderdeel van het asielakkoord – mede om de overvolle asielopvang te ontlasten. Op dit moment zouden nog zo’n 16.000 statushouders in azc’s verblijven. Daarentegen horen ze daar gewoon niet te zitten, maar in een zelfstandige, gezonde en veilige woning. 
Volgens de Raad van State zou deze maatregel mogelijk een wettelijke basis hebben, echter de termijn van 6 maanden is in strijd met de geldende vreemdelingenwet. De nationale media geeft aan dat er zo’n 1.200 gezinsleden staan te wachten om naar Nederland te komen. 

ICMPD
Opvallend overigens is nu – nadat de Raad van State de plannen van het kabinet bij het grof vuil heeft gezet – dat op donderdag 9 februari om 11.20 uur een plenair debat in de Tweede Kamer was gepland. Hierbij ging het over de goedkeuring van het Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD). Dit verdrag is tot stand gekomen op 1 juni 1993 en dat wordt op 9 februari 2023 ter goedkeuring in de Tweede Kamer aangeboden. Op een dag dat vak K haar nareisbeperking niet meer kan uitvoeren. 
Volgens de stukken – met name in artikel 1 van het Verdrag moet “ … prioriteit worden gegeven aan de formulering van langetermijnstrategieën met het doel het migratieprobleem op te lossen alsmede de uitvoering hiervan … “ Daarbij horen dan zaken als vroegtijdige signalering, bestrijding van de oorzaken, de harmonisering van de toelatingspraktijk en de afstemming van het vreemdelingen-, asiel- en vluchtelingenbeleid. Tenslotte zegt het verdrag “ … Het verdrag heeft als doel de internationale samenwerking op het gebied van migratiebeleid alsmede het onderzoek naar migratie te bevorderen … “ 

De huidige lidstaten zijn – na Oostenrijk en Zwitserland (1993) – Hongarije (1995), Slovenië (1998), Tsjechië (2001), Portugal en Zweden (2002), Bulgarije en Polen (2003), Kroatië (2004), Slowakije (2006), Roemenië (2010), Bosnië-Herzegovina en Servië (2011), Macedonië (2012), Malta en Turkije (2018 ) en Duitsland (2020).    

Opvallende leden, dat zeker, maar – achter elkaar gelegd – het is meer opvallend dat vak K het beleid van tafel moest nemen van de Raad van State en nú zich wil aansluiten bij ICMPD. Mogelijk om te komen tot een harder – en dus verandering van het – (Europees) migratiebeleid.  
En tot overmaat van ramp komt het CDA met een voorstel. In het CDA-se plan wordt het voorstel gedaan om te stoppen met het één-status systeem. Dit systeem houdt in dat alle vluchtelingen dezelfde rechten hebben, ongeacht óf men vlucht voor een oorlog óf voor individuele vervolging op grond van het Vluchtelingenverdrag van 1951. 

Het CDA wil daar van af en stelt voor om een twee-status systeem in te (her)voeren. Dat houdt in dat personen die vluchten voor een oorlog maar beperkt aanspraak kunnen maken op rechten in Nederland. Volgens UNHCR is het maken van onderscheid onrechtvaardig. Volgens de organisatie wordt door het voorstel de bescherming en de rechten van vluchtelingen uit landen waar al langdurig een oorlog bezig is, ingeperkt. Dit kan volgens het CDA, omdat een oorlog maar kort duurt en de asielzoekers hier niet lang hoeven te blijven.

(Bronnen: ANP, Telegraaf, Overheid, Europa Nu, Wiki NL, Parlementaire Monitor, UNHCR)

Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek 

© Khamakar News Agency / 10.02.2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door MonsterInsights