OPINIE – Na de val (én lange vakantie) van de Tweede Kamer is men eindelijk weer begonnen met de werkzaamheden. De eerste week stond in het teken van wat er wel en wat er niet meer behandeld mag worden door het demissionaire kabinet (controversieel verklaring). Een van de zaken die door de Tweede Kamer een (knipperend) groen licht heeft gekregen is de zogenoemde Spreidingswet.
De Spreidingswet
De Spreidingswet is opgesteld om asielzoekers evenredig over het land te kunnen verdelen. De wet zal tóch worden behandeld door de Tweede Kamer. De rechtse partijen hebben het niet voor elkaar gekregen om de wet te vertragen tot ná de verkiezingen.
De Raad van State, Afdeling advisering, heeft op 1 februari van dit jaar haar advies vastgesteld over het wetsvoorstel ‘Gemeentelijke taken mogelijk maken asielopvang voorzieningen’ (ofwel de Spreidingswet).
Tot het moment dat de Spreidingswet is goedgekeurd en ingevoerd is het COa (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) afhankelijk van de vrijwillige medewerking van de gemeenten om opvangplaatsen voor asielzoekers mogelijk te maken. Zonder de wet kan er geen ‘dwang en drang’ worden toegepast. Dit wilde Rutte IV veranderen, maar na de val van vak K heeft de VVD haar steun voor de wet ingetrokken. Ondanks dat de staatssecretaris die de wet nodig heeft, uit de eigen gelederen komt. De partij heeft dus de wet, de staatssecretaris en de asielzoeker in de kou gezet.
Het wetsvoorstel moet een permanente regeling voor een nieuw stelsel van asielopvang zijn, waardoor de opvang van asielzoekers beter wordt verspreid onder de gemeenten. Hierdoor zou tevens een betere onderlinge solidariteit worden bevorderd.
Het advies van de Raad van State was overigens om te zoeken naar een minder complexe wet, wat tvens in de Tweede Kamer te horen is geweest. Volt heeft het voorstel ingediend om zo snel mogelijk het voorstel te bespreken.
Migratiecijfers
Eén van de leden van de Tweede Kamer die van zich zal laten horen, zal waarschijnlijk Pieter Omtzigt zijn. In augustus gaf hij al aan dat er wat moet gebeuren om de migratie naar Nederland te beperken. Echter volgens Pieter Omtzigt moet dan vooral gekeken worden naar de arbeids- en studiemigratie. Deze stromen zouden een grote impact hebben op de voorzieningen, zoals het beschikbare aantal woningen.
In een artikel heeft Pieter Omtzigt cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) aangedragen. Zo geeft hij aan dat vorig jaar zo’n 430.000 mensen naar Nederland zijn gekomen. Van deze groep waren al bijna 110.000 Oekraïense vluchtelingen. Daarnaast kwamen er zo’n 130.000 mensen uit de EU, voor werk of studie. Daarnaast waren ongeveer 120.000 migranten van buiten de EU, waarvan er 27.000 asiel hebben aangevraagd.
Ook in andere media worden artikelen gebracht met bepaalde cijfers, die ‘een ander beeld laten zien’, dan de rechtse politici ons willen doen geloven. De site One World kwam in februari 2023 met het artikel “Migratie misverstanden: de échte cijfers op een rij”. Aangegeven werd dat als politici spreken over migranten, ze meestal asielzoekers bedoelen. Echter, die groep maakt maar 10 procent uit van alle mensen die naar Nederland komen. Volgens het artikel kwam de grootste groep immigranten uit andere EU-landen, en wel voor bijna 45 procent. Er is gekeken naar de periode van 2011 tot 2020. Tevens werd er aangegeven dat volgens EU-verdragen de burgers van EU-lidstaten in Nederland mogen wonen als ze geen gevaar zouden geven voor de openbare en nationale veiligheid. Tevens moeten ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, wat inhoudt dat ze bij binnenkomst geen uitkering mogen aanvragen.
De EU heeft een associatieverdrag gesloten met Oekraïne, echter dit is géén toetreding tot de EU en ook geen voorportaal voor een eventuele toetreding tot de EU. Er is een regeling van de EU dat vluchtelingen uit Oekraïne 90 dagen mogen verblijven in Nederland en als het nodig is wordt deze regeling verlengd.
Het aantal immigranten nam in 2022 flink toe met bijna 140.000 personen tot 230.000. De helft hiervan heeft gebruik gemaakt van de richtlijn tijdelijke bescherming vanwege de oorlog in Oekraïne. Daarnaast is het aantal kennismigranten en gezinsmigranten flink toegenomen.
Volgens de Stichting Inlia Foundation heeft het CBS in de gepubliceerde migratiecijfers over 2022 aangegeven dat 401.351 immigranten naar Nederland zijn gekomen en 173.469 gingen weer weg. Uit de cijfers van de IND die er naast zijn gelegd, was maar 11.5 procent van de immigranten asielzoeker.
De Stichting gaf tevens aan dat op 30 december 2022 bijna 87.000 Oekraïners ingeschreven stonden bij de gemeenten in Nederland. Hierdoor is het aandeel in de totale immigratie bijna 22 procent. Tevens krijgen de asielzoekers uit Oekraïne meteen een status. Dit gebeurt op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de EU. Ondertussen is deze richtlijn verlengd tot 4 maart 2024.
Het overgrote deel (bijna 67 procent) betrof migranten die kwamen om te werken, te studeren of te verblijven bij de partner.
Tenslotte gaf de Stichting aan dat het opvallend is dat maar 11.5 procent van de totale immigratie 2022 uit asielzoekers bestond, terwijl in Nederland een beeld bestaat dat bij immigratie het ‘alleen’ draait om asielzoekers. In de periode van verslaglegging waren er nogal wat problemen met de opvangplekken. Dit in tegenstelling tot de opvang van Oekraïners, waarvoor binnen enkele weken duizenden opvangplekken werden gerealiseerd. Volgens de Stichting zouden er in maart 2023 ruim 91.000 Oekraïners geregistreerd zijn. Hiervan maken 71.000 gebruik van bedden op locaties van gemeenten en Veiligheidsregio’s.
En ondertussen is er in Nederland nauwelijks wat fatsoenlijks geregeld voor asielzoekers uit landen vanuit het Midden-Oosten en Afrika. Alleen maar steggelen over een spreidingswet.
(Bronnen: Raad van State, AD, Noordhollands Dagblad, OneWorld, Volkskrant, Rijksoverheid, CBS, Inlia)
Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek
© Khamakar News Agency / 11.09.2023