COLUMN – Het leven in de grote stad, de hoofdstad van de provincie Flevoland, gezien door de ogen van een simpele Brabander, geboren in een klein dorpje.  

dan denk ik aan die brede wegen, vaak dubbelbaans heen en terug, waarop men echt zo lekker kan racen. Snelheden van meer dan 80 waren makkelijk te halen 

dan denk ik aan even een ‘treintje pikken’, er was maar één richting en dat was richting Almere. Maar altijd even boeken en magazines struinen bij de Bruna en een cappuccino halen bij het stationswinkeltje

dan denk ik aan Medisch Centrum West, wat op de 2e etage werd opgenomen van het ziekenhuis. Jaren later had ik een kantoortje als een pijpelaatje, één verdieping lager om het systeem van inkoop op te zetten. Het ziekenhuis dat aan de Zilverpark lag met dat enge bruggetje

dan denk ik aan Ron, die mijn ‘baas’ was in het ziekenhuis. Vele jaren later was hij mijn directe collega in het ziekenhuis in Harderwijk. Ook nu ging het weer over inkoop en het opzetten van het systeem  

dan denk ik aan de concurrentie tussen de ziekenhuizen in Lelystad en Emmeloord, maar ook tussen Lelystad en Harderwijk. En de vele demonstraties

dan denk ik aan het Provinciehuis waar vergaderingen van de Provinciale Staten worden gehouden. Ik moet wel eerlijk bekennen, dat de vergaderingen niet altijd even spannend zijn geweest

dan denk ik aan de tijd van de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Hierbij konden de partijen die meededen zich presenteren in de kleinste ruimte van het Provinciehuis. Zo’n 6 à 7 partijen met zo’n 2 à 3 medewerkers en een klein stalletje. Maar veel ruimte was er niet. Een fatsoenlijk gesprek was nauwelijks te voeren 

dan denk ik aan de Rechtbank waar mensen ‘terecht’ konden als men problemen had op het gebied van een scheiding of financiën of beide. Van enige vorm van privacy had men hier nog nooit van gehoord

dan denk ik aan dat huis met 2 verdiepingen, waar je ‘s avonds laat en diep in de nacht best wel op het terras van de 2e verdieping kon zitten en luisteren naar de geluiden van de stad 

dan denk ik aan dat rondje lopen van de Breehorn, over de brug naar het Stadspark, daar doorheen naar het Noorderwagenplein om via de brug naar de Rode Klif om weer naar de Breehorn te kunnen lopen. Een favoriete ronde

dan denk ik aan het Lelycentre, waar men altijd lekkere vis kon kopen of heerlijke patat en waar men ook heerlijk naar muziek kon luisteren. Boven de winkels zaten van die woningen die best wel gemoderniseerd konden worden 

dan denk ik aan het oude gebouw van de Belastingdienst. Het gebouw met asbest en van die kleine kamers. Eng en vreselijk om daar te moeten werken 

dan denk ik aan het grote veterinaire onderzoekscentrum, het CDI, aan de Edelhertweg. Ook hier was asbest te vinden, maar de gangen waren vreselijk lang. Vergaderd werd wel eens veel verder op het terrein, waardoor je door het boerenland moest

dan denk ik aan het ‘gesloten deel’ van het CDI aan de Houtribweg. Om daar binnen te komen of zelfs er uit te komen, dan moest men van goede huize komen

dan denk ik toch wel het meest aan het stadshart. Het hart van Lelystad met de Zuil van Lely, waar vaak live muziek te beluisteren was en andere activiteiten. Lekker winkelen bij de winkels en winkeltjes. Heerlijk stukje geschiedenis

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door MonsterInsights