OPINIE – Volgens de actiegroepen Stichting Laagvliegen Nee en de Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen krijgen ze nogal wat geld van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het is elke keer geld dat het ministerie grof betaald in verband met dwangbevelen. Maar de actiegroepen willen dat geld helemaal niet, maar gewoon de antwoorden op de gestelde vragen.  

Op ramkoers
Deze week kwam er zelfs een bericht bij dat SATL – Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen – zover is gegaan dat ze een officiële klacht bij de Europese Commissie heeft ingediend. Met deze actie lijken de actiegroepen tegen de opening van Lelystad Airport helemaal op ramkoers te liggen. En dit gebeurt dus net voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Afwachten dus wat dat inhoudt voor de verkiezingen. 

Waar draait het dan eigenlijk om? Het gaat hier om de berekeningen en de reeds geproduceerde data over de stikstofuitstoot die maar niet door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden vrijgegeven. Het lijkt daar meer te gaan in de geest van ‘liever betalen, dan gegevens vrij te geven’. 
Met de stap naar de Europese Commissie wil SATL nogmaals het ministerie dwingen om de volledige stikstofuitstoot van de luchtvaart in Nederland in beeld te brengen en dus openbaar te maken. Volgens SATL is alleen maar de uitstoot onder 900 meter bekend, wat maar een klein deel van het totaal zou zijn. 
Op vragen van Lammert van Raan (Partij voor de Dieren) in de Tweede Kamer over de niet-gerapporteerde stikstofuitstoot boven 3.000 voet (ruim 900 meter), heeft minister Harbers gemeld dat het RIVM vanaf 2024 dit gaat berekenen. In de media werd zelfs aangegeven dat in een Kamerbrief dit zelfs zou starten vanaf 2023.   

Volgens de voorzitter van SATL, ingenieur Leon Adegeest, zou een richtlijn van de Europese Commissie de lidstaten verplichten om ook de stikstofuitstoot boven 900 meter te rapporteren.  
Daarnaast heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de opdracht aan vak K werd gegeven om de volledige stikstofuitstoot van de luchtvaart in Nederland inzichtelijk te maken. Ook de commissie van de meest bekende politieke adviseur van het kabinet, de heer Remkes, gaf zelfs in 2020 aan dat Nederland de stikstofuitstoot volledig moet rapporteren. 

Kwestie van berekenen
Maar waarom komt dan de minister niet met de cijfers: is het onwil, onkunde of een blokkade? Tevens waarom wordt er steeds gevraagd naar de cijfers van de luchtvaart boven de 900 meter? 
Het RIVM heeft gemeld dat stikstof een kleur- en reukloos gas is dat zich overal om ons heen bevindt. Zo zou ongeveer 78 procent van alle lucht uit stikstof bestaan. Daarentegen is stikstof van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Het gaat echter om de chemische verbindingen van stikstof in de lucht, die wel schadelijk kúnnen zijn voor mens en milieu. Dit zijn stikstofoxiden (verbinding van stikstof en zuurstof) en ammoniak (verbinding van stikstof en waterstof). De stikstofoxiden komen vooral in de lucht door uitlaatgassen van het verkeer en de industrie. De ammoniak komt vooral van de dieren in de veeteelt. Echter ook een klein deel komt van andere bronnen, zoals de industrie, de bouw en het verkeer. 

Nu was ik nooit goed in wiskunde en zeker niet in natuurkunde, maar zo’n berekening moet toch elke havoleerling kunnen maken. Daarbij komt dan nog, dat tegenwoordig – in tegenstelling tot mijn schooltijd – overal rekenprogramma’s en -apparatuur voor zijn. Dus, gewoon, minister Harbers, appeltje, eitje. 

Wederom weet het RIVM, de grootste wetenschappelijke adviseur van vak K, te melden, dat de hoeveelheid stikstof in de lucht (dit heet concentratie) en de hoeveelheid stikstof die neerkomt op de grond (dit heet depositie) geméten wordt middels meetstations en berékend wordt met modellen. Sterker nog, het RIVM geeft zelfs aan dat de burger met eenvoudigere  apparatuur zelf metingen kan doen. Ach, zo simpel allemaal, maar om de gemeten cijfers vrij te geven, wordt dan meteen weer een stuk moeilijker. 

Ook de site Aanpak Stikstof geeft aan dat onderzoeksinstituten en kennisinstellingen gebruik maken van meet- en rekenmethodes om – en dan heet het meteen – het stikstofprobleem in kaart te brengen en met oplossingen te komen. Er bestaat een Emissieregistratie, die ‘uitgevoerd’ wordt door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (minister Mark Harbers)  en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (minister Micky Adriaansens). De Emissieregistratie is een samenwerking tussen verschillende kennisinstellingen, onder meer RIVM, WUR, TNO, CBS en PBL. Deze registratie verzamelt én berekent de totale stikstofuitstoot van alle bronnen in Nederland. Deze gegevens gaan dan weer samen met gegevens over het weer van het KNMI en data van emissie in de landbouw de computermodellen in.  

Maar dan komt het. Als simpel persoon denk ik dan toch dat het makkelijk te berekenen valt. Je maakt een plan waar men wilt meten, telt het aantal auto’s per tijdvak, het oppervlak, het aantal boerderijen en het aantal koeien, het aantal bomen in het gebied, het aantal huizen en het aantal in aanbouw en die getallen worden als vaste waarden in de computermodellen gefrommeld. Daarnaast zijn er nog de gegevens van de kennisinstellingen en men doet nog wat aannames, zoals vliegtuigen op een bepaalde hoogte en de uitstoot ervan. Punt, klaar is kees. Op papier zetten, naar de Tweede Kamer sturen en de actiegroepen. 
En iedereen is tevreden; ehhh fout !  Dan komt de site Biowetenschappen en Maatschappij, die aangeeft dat het meten en berekenen van stikstofdepositie complex is vanwege de sterke variatie, die dan afhankelijk is van vele factoren. Het doel zou zijn dat de cijfers de werkelijkheid over stikstof zo goed en wetenschappelijk verantwoord mogelijk weergeven. 

Dan gaat de site toch een partij moeilijke kreten aandragen, waarom het zo moeilijk is om de waarden te berekenen en dat begint al bij de stikstofdepositie. Deze zou in Nederland bestaan uit natte en droge depositie, waarbij vooral de laatste niet eenvoudig is te berekenen. En let op: dat komt gewoon omdat “ … het praktisch en financieel niet mogelijk “ is om heel Nederland vol te hangen met meetapparatuur. Zo lust ik er nog wel een paar. Zouden die mensen ooit gehoord hebben van flexibele of mobiele meetpunten? Vroeger, in mijn tijd, reden er meetwagens – ook van het RIVM – door heel Nederland. Kunnen overal meten, zo makkelijk toch? 
Maar we zijn sterker om zaken aan te dragen waarom we iets níet kunnen doen, dan zaken aan te dragen waarom we iets wél kunnen uitvoeren. Het is de vraag of en hoe lang de minister blijft betalen, zonder documenten te willen overdragen.    

(Bronnen: De Stentor, AD, RIVM, Emissieregistratie, Aanpak Stikstof, Biowetenschappen en Maatschappij, lelystad.nieuws.nl) 

Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek 

© Khamakar News Agency / 18.02.2023

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door MonsterInsights