GILZE EN RIJEN – Ook de afgelopen week weer zeer ‘interessante gesprekken’ gehad, van de gemeente tot provincie tot ministerie. En allemaal om informatie te verkrijgen van de geschiedenis van de eerste besprekingen van bouw in Rijen Zuid (jaren 30) tot bouw Kampstraat (1940 – 1941), tot vernieling van de woningen (1945) en herbouw (jaren 50) en tot aan de sloop (in 1976).
Informatie schiet gewoon te kort
De informatie die ik overal opvraag, is nergens meer te vinden. Het begon dan eindelijk met een gesprek met een hoge ambtenaar van de gemeente Gilze en Rijen. Door het secretariaat was een terugbel afspraak gemaakt voor de datum van 4 weken later (in verband met vakantie). Krijg je dan eindelijk iemand aan de telefoon en vanaf het begin van het gesprek was het al te merken, dat er niets uit zou komen.
Twee opmerkingen heb ik gekregen “als ik iets niet heb, dan kan ik het niet geven” en “Als het historische waarde heeft, dan wordt het wel ergens bewaard, bijvoorbeeld in het Regionaal Archief in Tilburg”. Ja, daar zakt je broek toch van af. Zoals de eerste opmerking, zoiets zegt een moeder tegen haar kind. Maar dat wordt toch niet gezegd tegen een journalist die van plan is een boek te schrijven over ‘De verdwenen wijk, De Kampstraat’.
En de tweede opmerking geeft precies het standpunt weer van iedereen die ik ondertussen gesproken heb en dan gaat het met name over de druk die op het woordje ‘áls’ wordt gelegd.
Bij de provincie was het al niet beter. Ik kreeg een linkje over bestemmingsplannen van de gemeente, maar met de opmerking dat de Kampstraat er niet op staat. Ja, daar gaat het nu echt om. Bij het ministerie werd ik doorverwezen van het ene naar het andere ministerie. Gelukkig heeft het Regionaal Archief Tilburg een bestand gestuurd.
De zogenaamde Siedlung woningen
De Heemkring Molenheide heeft een artikel ‘1941 – Siedlung gebouwd’ op haar site staan. Hierin wordt aangegeven dat de woningen gebouwd zijn in 1941 en het artikel gaat door tot en met de sloop. Volgens het artikel is de gemeente in het begin van de jaren 70 begonnen met de ontwikkeling van het bestemmingsplan ‘De Grote Spie’. Zoals het in het artikel beschreven wordt, was dit nodig vanwege de bevolkingstoename en de stijgende behoefte aan nieuwe woningen die daarbij hoorden. Er werd een plan ontwikkeld voor een bungalowpark vlak bij de ‘Siedlung’ (officiële naam Kampstraat). Nu weet ik niet precies wat een bungalowpark te maken heeft met de stijgende behoefte aan nieuwe woningen. De woningen waren gewoon woningen uit het duurste koopsegment. Niet waar woningzoekenden op zaten te wachten. Met andere woorden, het ging hierbij alleen maar om het financiële gewin van de gemeente Gilze en Rijen.
Tevens had de gemeente echt wel in de gaten dat in de Kampstraat mensen woonden met een relatief laag inkomen. Als men geld wilde verdienen, moest dat bungalowpark komen, de woningen van de Kampstraat gesloopt worden en de mensen uit hun huis gezet worden. Dit alles onder de smoes dat de woningen van de Kampstraat niet meer voldeden aan de eisen van de tijd. Er ontstond een politieke en juridische strijd die de bewoners van de Kampstraat hebben verloren. De gemeente heeft de huur opgezegd en de bewoners de tijd gegeven om te verhuizen. Terwijl mensen nog met hun spullen op straat stonden, werden de woningen reeds gesloopt.
De gemeente Gilze en Rijen heeft na de oorlog van het ‘Bureau Oorlogsbuit’ de zogenoemde Siedlung-woningen aangekocht, inclusief leidingen en bestratingen, voor het bedrag van 12.000 gulden (uitgedrukt in euro zou het nog geen 5.500 euro zijn). Harstikke goedkoop dus.
In een brief van het college aan de gemeenteraad van 14 augustus 1950 wordt aangegeven dat de woningen beschadigd waren, dat er niet in te wonen was. Met bepaalde provisorische voorzieningen zouden de meeste woningen kunnen dienen als onderkomen voor gezinnen. Maar volgens de gemeente was de indeling zeer onpraktisch en moesten er grotere verbouwingen komen.
Met de ‘nieuwe’ plannen en de berekeningen van architectenbureau Siebers & Van Dael kwam de gemeente met een plan om de woningen te herbouwen en meteen te splitsen in 21 woningen. Dit zou gaan kosten 12.000 gulden (aankoopprijs) en 100.000 gulden (verbouwing) ofwel bijna 51.000 euro. Tevens gaf het college hierbij aan dat met het bedrag de gemeente beschikking zou hebben over 21 ‘behoorlijk geoutilleerde woningen’.
De kosten zouden zo’n 5.333 gulden per woning – ofwel 2420 euro zijn. Hierbij zou de gemeente een splitsingspremie van het Rijk krijgen. Dit was 60 procent van 4.200 gulden per woning van de verbouwingskosten, ofwel 2.520 gulden (1.144 euro)maximaal per woning.
Het college vraagt dan aan de gemeenteraad om onderhands te mogen aan te besteden, daar de verbouwing en de splitsing zich ‘niet zou lenen voor een openbare aanbesteding’. Daarnaast houdt het college er rekening mee, dat er mogelijk geen of lagere premie van het Rijk verkregen zou kunnen worden, maar dat er nog steeds aanleiding zou zijn om het plan van verbouwing en splitsing door te laten gaan. Tenslotte zou het plan behoorlijke woningen opleveren, die ‘in elk geval minder kostbaar zullen zijn, dan geheel nieuw te bouwen woningen’.
Opvallend is deze laatste uitspraak, die later nog terug zal kunnen kaatsen naar het college als een onderzoeksbureau de woningen controleert. Maar het begint met de opmerking die in het artikel van Heemkring Molenheide is vastgelegd. In de jaren 70 werd aangegeven dat men begon met de planning van ‘De Grote Spie’ in verband met ‘de bevolkingstoename en de stijgende behoefte aan nieuwe woningen’.
Echter die bevolkingstoename was er ook al na de oorlog, daar nogal wat militairen en vliegeniers in de gemeente wilden blijven wonen en op zoek waren naar een woning. Zo is zo’n 70 jaar geleden (in de jaren 50) de Militaire wijk aangelegd. De bouw van de wijk was in 1953. Er zijn in eerste instantie 179 woningen gebouwd, om aan de woningbehoefte van militaire gezinnen te voldoen. Echter, er stonden in 1959 nog steeds 225 militairen ingeschreven als woningzoekenden.
Als het college en de gemeenteraad echt aan de slag gingen met de ‘stijgende behoefte aan nieuwe woningen’, dan had men de Militaire wijk aangelegd en de Kampstraat meteen meegenomen om daar ook dezelfde woningen te bouwen.
Echter dat was niet het uitgangspunt van het college, daar toen al werd gedacht aan een andere bezetting van het gebied. Overigens is de brief aan de raad van 14 augustus 1950, maar de opdracht ‘Bestek en voorwaarden’ (no B 156) aan Siebers & Van Dael was van juli 1950. Dit was vóór dat de raad toestemming had gegeven. Tevens heeft de gemeente Gilze en Rijen nooit rekening gehouden met het Cultureel Erfgoed van de Kampstraat.
(Bronnen: Heemkring Molenheide, Geschiedenis van Gilze en Rijen, Gemeente Gilze en Rijen, Hallo Gilze en Rijen, Tijdmachine Gilze en Rijen)
Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek
© Khamakar News Agency / 16.09.2023