In de 17e en 18e eeuw was Italië hét culturele centrum van Europa. Dat kwam zeker door het bloeiende muziekleven, zowel voor de compositietechniek als de instrumentenbouw. Het Apollo Ensemble gaat op 21 mei vanaf 15.00 uur in de Agora in de kleine zaal enkele pronkstukken ten gehore brengen.
Culturele centrum
Als men wat van de cultuur en de muziek wilde leren in de 17e en 18e eeuw, ging men gewoon een paar jaar naar Italië. Zo waren er talrijke instrumentenbouwers, beroemde componisten en spelers in Rome, Venetië en Napels.
De Italiaanse barokmuziek is divers en bestaat onder meer uit opzwepende dansen, virtuoze sonates of hartstochtelijke melodieën. Het volksinstrument, de viool, werd bekend in het Italiaanse hofleven. De prinsessen oefenden uren achter het klavecimbel.
Antonio Vivaldi
Zo’n 40 virtuoze concerten voor fagot zijn geschreven door Vivaldi. Antonio Lucio Vivaldi was een Italiaans violist, priester en componist. Vooral bekend is hij geworden door zijn compositie Le Quattro Stagioni (De vier jaargetijden). Dit is een cyclus van vier vioolconcerten. De composities voor viool was het grootste deel van zijn werk.
Ondanks het feit dat de fagot in de tijd van Vivaldi in Venetië niet bepaald populair was, heeft hij toch zo’n 40 composities geschreven. Het zijn niet echt makkelijke stukken, zoals bijvoorbeeld het Allegro uit Concerto RV 497, Larghetto van RV 481 of het Largo uit RV 104.
Vivaldi kon de fagot ontwikkelen tot een koninklijk solo-instrument. Het programma op 21 mei zal stukken bevatten van Vivaldi, Corelli, Veracini, Lotti en Vitali. De uitvoerenden zullen zijn David Rabinovich en Daphne Oltheten (viool), Thomas Oltheten (fagot) en Marion Boshuizen (klavecimbel).
(Bronnen: Apollo Ensemble (+ Nieuwsbrief), Klassieke Zaken, Wikipedia)
Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke Burger Journalistiek
© Khamakar News Agency / 20.02.2023