DOORN – Een van de ‘opvallende takken’ binnen de provinciale Gezondheidsdiensten voor Dieren was de Gezondheidsdienst voor Pluimvee, dat specifiek voor één doelgroep was opgezet. Deze Gezondheidsdienst is als Stichting opgezet in 1948, waarna na 2 jaar het sein gegeven werd om de bouw van het laboratorium te starten. In latere jaren is de dienst toegetreden tot de Gezondheidsdienst voor Dieren in West- en Midden-Nederland. Deze zat in Gouda, maar Pluimvee bleef in Doorn.
Gezondheidsdienst voor Pluimvee
Volgens ‘Het Binnenhof’ (12.12.1952) was in die periode even buiten Soesterberg het nieuwe laboratorium voor de Gezondheidsdienst voor Pluimvee gereed gekomen en kon men dit betrekken. Volgens het artikel was het een modern ingericht laboratorium waar het routine-onderzoek op dieren en ziektekiemen verricht kon worden. Naast het laboratorium was er ook een compleet geïsoleerde sectiezaal ingericht met een verbinding naar de bovenafdelingen, waar microscopisch en virusonderzoek gedaan kon worden. Later zou er een afdeling voor chemisch onderzoek bijgeplaatst worden.
Het nieuwe laboratorium werd geopend door ir. J.G. Tukker in zijn functie als directeur van het Bedrijfschap voor pluimvee en eieren. Het Bedrijfschap heeft belangrijke steun gegeven bij het tot stand komen van het laboratorium. In de toespraak van ir. Tukker werd gemeld dat de Gezondheidsdienst voor Pluimvee zich voornamelijk zou bezighouden met de bestrijding van pluimveeziekten op de fok- en vermeerderingsbedrijven in Nederland. Dat hield in dat de dieren van de overige pluimveehouders onder controle stonden van de provinciale Gezondheidsdiensten voor Dieren.
Aparte dienst
De uitbreiding van de hoenderstapel en de steeds groter wordende eierproductie bracht met zich mee dat het aantal pluimveeziekten ook toenam. Daarom was het nieuwe laboratorium nodig geweest, mede omdat de bestrijding van deze ziekten veel aandacht nodig had. De heer Tukker zei in zijn toespraak dat de gesprekken over een afzonderlijke dienst voor de bestrijding van pluimveeziekten op de fok- en vermeerderingsbedrijven reeds in de oorlog werden gehouden. In 1949 werd een aparte onderzoeks- en controleafdeling geopend bij het Rijksinstituut voor de Pluimveeteelt ondergebracht in Beekbergen.
De Stichting Gezondheidsdienst voor Pluimvee werd in februari 1948 in het leven geroepen en 2 jaar later werd de opdracht van de bouw van het nieuwe laboratorium gegeven. De aanbesteding was in december 1951 en 1 jaar later kon het laboratorium geopend worden. Ook waren er plannen voor een proefdierenlokaal en een broedlokaal. Een andere krant gaf in die tijd aan dat de Stichting voor Pluimvee eerst in andere plaatsen had gezeten – zoals in Utrecht en Beekbergen – met weinig ruimte en materialen, maar in Soesterberg de dienst flink de ruimte heeft gekregen met moderne materialen. In de lokale media werd ook melding gedaan dat de burgemeester van de gemeente Soest – mr S.P. Baron van Bentinck – en een aantal hoogleraren van de Veeartsenijschool in Utrecht bij de officiële opening aanwezig waren.
Naar Doorn
Op 11 maart 1968 werd de eerst steen gelegd voor het nieuwe kantoor- en laboratoriumgebouw in Doorn. Het gebouw zou 3 verdiepingen krijgen op een locatie van 6 hectare grond voor een prijs van zo’n 1.7 miljoen gulden.
De Stichting Gezondheidszorg voor Pluimvee heeft in haar tijd samengewerkt met andere Gezondheidsdiensten, maar ook bijvoorbeeld met de Landbouwhogeschool in Wageningen. Zo is er een artikel te vinden (1982) over een onderzoek van mevrouw ir A.J. van der Zijp, waarbij is onderzocht om sterkere kippen te fokken door ze in te enten met rode bloedcellen van schapen.
Op 1 januari 1971 werd de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren opgericht met als doel het bevorderen van de gezondheidszorg voor landbouwhuisdieren. Hierbij zouden de provinciale Gezondheidsdiensten voor Dieren en de Gezondheidsdienst voor Pluimvee in Doorn als zelfstandige stichtingen blijven bestaan. Er kwam een stichtingsbestuur dat ook adviserende leden kon benoemen. In het bestuur werden 18 leden door het Landbouwschap benoemd, onder meer de voorzitters van de 11 provinciale Gezondheidsdiensten en van de Gezondheidsdienst voor Pluimvee.
Echter, zo’n 20 jaar later werd het weer anders. In de jaren 90 kwam er een grote reorganisatie binnen alle provinciale Gezondheidsdiensten voor Dieren, waarbij 120 van de 600 arbeidsplaatsen werden opgeheven. Tevens kwam er een reshuffling van de diensten, waarbij onder meer Gouda, Doorn en het landelijk kantoor in Den Haag werden gesloten. Deventer zou daarna de hoofdvestiging worden, met dependances in Drachten en Boxtel, waarbij Deventer het speerpunt zou worden voor pluimvee. Belangrijk voor de diensten en de Gezondheidsdienst voor Pluimvee waren belangrijke ziektes, zoals vogelgriep, maar misschien komt dat een volgende keer ter sprake.
(Bronnen: Delpher / Het Binnenhof, Delpher / Twentse Courant, Delpher / Het Rotterdams Parool, Delpher / Deventer Dagblad, Delpher / Nieuw Utrechts Dagblad, Delpher / Trouw, Delpher / Nederlands Dagblad, Delpher / Leeuwarder Courant)
Henny AJ Kreeft
Onafhankelijke (Burger) Journalistiek
© Khamakar News Agency / 14.11.2025

