NOARDEAST-FRYSLAN – Het college van B&W van de gemeente Noardeast-Fryslân heeft op woensdag 28 augustus een mededeling van Staatsbosbeheer ontvangen over de verplaatsing van 55 Konikpaarden vanuit Oostvaardersveld (Lelystad) naar haar gemeente. Maandagavond 9 september kreeg burgemeester Johannes Kramer de mededeling dat de paarden een dag later al op transport gezet zouden worden.
‘Verplaatsing’ Konikpaarden
Volgens de gemeentelijke site van Noardeast-Fryslân zou dit gebeuren in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Daarentegen had het college een week eerder reeds verzocht om deze stap te heroverwegen. Het college van de gemeente is van mening dat de verplaatsing van de Konikpaarden grote risico’s met zich meebrengt voor de natuur en landbouw in het gebied Lauwersmeer.
Wethouder Pieter Braaksma heeft gemeld teleurgesteld te zijn over de gang van zaken en zegt dat het college zich overvallen voelt, omdat de vrplaatsing niet vooraf is besproken.
De Konikpaarden worden verplaatst omdat in het gebied de Grote Klis aanwezig is. Deze plant (of onkruid) veroorzaakt tranende ogen, ontstekingen of oogletsel bij de Konikpaarden. De bolletjes met stekels van de plant blijven hangen in de manen van de paarden. Het college heeft grote zorgen over het welzijn van de Konikpaarden. Daarbij heeft Wethouder Braaksma aangegeven dat de vangst en het transport ontzettend veel stress bij de paarden geven, naast het feit dat ze veel last hebben gehad van de Grote Klis.
Gevolgen voor de landbouw
De 55 Lelystadse Konikpaarden zijn verplaatst naar de graslanden van Ezumakeeg bij het Lauwersmeer. Het gebied Ezumakeeg maakt deel uit van het Lauwersmeergebied waar op dit moment nog geen Grote Klis aanwezig is. Het college is van mening dat door de verplaatsing van de 55 Konikpaarden naar het gebied de kans aanwezig is dat de paarden plantmateriaal en zaad van de plant meenemen.
Als dit gebeurt, kan het grote gevolgen hebben voor de landbouw in het gebied. Aangegeven is dat de Grote Klis kan gaan groeien op (aangrenzend) landbouwgebied, in de nabijheid van paarden- en rundveehouderijen en op gemeentelijke grond zoals wegbermen.
Wethouder Braaksma vult aan en heeft gezegd dat de aanwezigheid van de Grote Klis een grote bedreiging vormt voor de landbouwgronden in het gebied en aangrenzende gemeentelijke bermen. Tevens maakt hij zich zorgen over het welzijn van de paarden en andere dieren die in het Lauwersmeergebied leven. Volgens de wethouder heeft niemand, mens, dier of overheid baat bij deze stap. Daarom zal de wethouder de komende tijd ook in gesprek gaan met de betrokken partijen om tot een passende oplossing te komen.
Het college heeft een brief gestuurd aan de minister waarin wordt aangegeven dat het college moeite heeft met het besluit van de minister om de Konikpaarden te verplaatsen. In de brief wordt melding gemaakt van de gevolgen van de import van het zaad van de Grote Klis. Dit komt met name door de werkwijze van het maaien van de gemeentelijke bermen in het buitengebied. De gemeente hanteert hierbij een duurzame werkwijze, namelijk maaien, waarna het materiaal wordt afgevoerd en hergebruikt. Indien Grote Klis in de berm en / of maaisel terechtkomt, is het maaisel daarna ongeschikt voor hergebruik binnen de landbouw. Hierdoor zal het maaisel niet verkocht kunnen worden, waardoor het als afvalproduct afgevoerd moet worden. Hierdoor zal de gemeente bepaalde inkomsten missen, naast het feit dat ze kosten moet maken om het afval te kunnen afvoeren.
Daarnaast is de gemeente Noardeast-Fryslân al heel lang een grote landbouwgemeente, waar kwalitatief hoogwaardige landbouwgrond aanwezig is en -producten worden geleverd. Door het verplaatsen van de Konikpaarden en de mogelijkheid van import van gebiedsvreemde Grote Klis komt de hoogwaardige landbouw onder druk, net als de bijbehorende voedselvoorziening.
(Bronnen: Waldnet, Gemeente Noardeast-Fryslân, Gemeenteraad Noardeast-Fryslân, Khamakar News Agency)
Henny A.J. Kreeft
Onafhankelijke (Burger) Journalistiek
© Khamakar News Agency / 11.09.2024