Maliebaan 13
3581 CB Utrecht
info@smn.nl
info@iot.nl
Aan de leden van de Commissie voor Sociale
Zaken en Werkgelegenheid
Utrecht, 30 september 2011
Ons kenmerk: 061-11HZ.HS
Geachte heer, mevrouw,
Graag richten wij ons tot u inzake het wetsvoorstel Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting
in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het
referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet (32777) en een aantal andere maatregelen,
die gezamenlijk een desastreus effect hebben op de inkomenspositie van allochtone ouderen met een
AOW-tekort.
Er zijn 2.920.900 AOW-ers in Nederland. Daarvan hebben er 525.660 een onvolledige AOW. Hun
aantal neemt de laatste jaren sterk toe. Van de ouderen met een onvolledige AOW hebben er
ongeveer 40.000 zo weinig of geen aanvullende inkomsten uit bedrijfspensioen dat ze zijn
aangewezen op de AIO. Negen van de tien AIO-ers zijn allochtone ouderen. De maatregelen die door
het kabinet-Rutte worden voorgesteld raken deze groep onevenredig.
Er staan vier maatregelen op stapel die tot gevolg hebben dat allochtone ouderen met een AOWtekort (en een AIO uitkering) aanzienlijk in inkomen achteruitgaan en het verschil in inkomen tussen
allochtone en autochtone AOW’ers sterk toeneemt.
Het gaat om:
– 1. afschaffing van de dubbele heffingskorting,
– 2. ontzegging van de koopkrachttegemoetkoming MKOB,
– 3. vervanging van de partnertoets door de gezinstoets en
– 4. vervanging van de ouderenkorting door een structurele verhoging van de AOW
Alsof deze ouderen daarmee nog niet genoeg geraakt zijn, wordt zonder steekhoudende reden ook de
maximale periode die zij in het buitenland mogen doorbrengen teruggebracht van 6 maanden naar 8
weken. 2
Ad 1 en2.
Als gevolg van het wetsvoorstel Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het
referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het
referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet (32777) raken ouderen met een onvolledige
AOW zowel de koopkrachttegemoetkoming MKOB als de dubbele heffingskorting kwijt. In de Memorie
van Toelichting rekent staatssecretaris De Krom voor dat alleenstaande ouderen hierdoor in 2012 €
440 (3¾%) kwijtraken en paren € 840 (5%) en er ook daarna op achteruit blijven gaan.
Als troost schrijft de staatssecretaris dat mensen met een AIO nog enigszins beter af zijn dan
bijstandsgerechtigden, omdat zij recht hebben op ouderenkorting. Dat lijkt hem ook gerechtvaardigd,
omdat deze ouderen tot aan hun overlijden aan het minimuminkomen vast zitten, maar toch geen
gebruik kunnen maken van de langdurigheidstoeslag.
Doel van de afbouw van de dubbele heffingskorting is om het voor bijstandsgerechtigden financieel
aantrekkelijker te maken om werk te accepteren. Dat argument kan echter niet van toepassing zijn op
oudere AOW-ers, want die hoeven niet meer te werken. De AIO zou uitgezonderd moeten blijven van
de afbouw van de dubbele heffingskorting. De argumenten voor die afbouw (groter verschil tussen
uitkering en minimumloon om arbeidsparticipatie te bevorderen), gelden immers niet voor
gepensioneerden.
Door de MKOB mee te nemen in de middelentoets van de AIO wil de regering voorkomen dat mensen
van 65 jaar of ouder die gebruikmaken van de bijstand, daar bovenop nog extra deze
koopkrachttegemoetkoming krijgen. De bijstand dient immers het laatste vangnet op het sociaal
minimum te zijn. De MKOB is nu juist bedoeld voor mensen die het qua koopkracht niet meer redden
en niet voor de mensen die naast hun AOW een hoog pensioen hebben en de MKOB blijven
ontvangen (zie ook het advies van de Raad van State).
Een aanvullend argument van de bewindspersonen op SZW is dat mensen die hier vlak voor hun
pensionering komen geen recht hebben op een uitkering op hetzelfde niveau als mensen die hun hele
leven in Nederland hebben gewerkt. Dat gaat echter niet op: van de mensen met een AIO-uitkering
heeft 60 procent 30 jaar of langer in Nederland gewerkt
1
.
Ad 3.
Krachtens de Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet
investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van
de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (32815) die naar verwachting op 1 januari
as. van kracht wordt zal de toets op het partnerinkomen worden vervangen door de toets op het
huishoudinkomen. Dit zal in de meeste gevallen betekenen dat ouderen die met hun werkende
kinderen samenwonen geen recht meer hebben op een AIO-uitkering en door hun kinderen moeten
worden onderhouden.
Ook hier is het argument dat het aantrekkelijker moet worden om te gaan werken en wel voor
bijstandsgerechtigden in gezinnen waarin meerdere personen een inkomen inbrengen. Opnieuw kan
dat argument niet van toepassing zijn op mensen met AIO-uitkering, want die zijn ouder dan 65 en in
het geval van de ouderen die door deze maatregel worden getroffen bovendien hulpbehoevend. Om
die reden wonen ze in de regel immers in bij hun kinderen.
Een onbedoeld en contraproductief effect van de wetswijziging is dat het onaantrekkelijk wordt
gemaakt om samen te wonen met je hulpbehoevende ouders, omdat die daardoor ongeveer de helft
van hun inkomen kwijtraken. Wat de staatssecretaris van VWS tracht te bevorderen (zorg vanuit de
eigen omgeving) wordt aldus door de staatssecretaris van SZW ontmoedigd, dan wel onmogelijk
gemaakt.
Ad 4.
Als wij het pensioenakkoord goed begrepen hebben komt die ouderenkorting te vervallen. Daarvoor in
de plaats komt een structurele verhoging van de AOW met 0,7% per jaar. Daar hebben ouderen met
1
Gegevens van de Sociale Verzekeringsbank. 3
een AIO echter niets aan, want wat zij er aan AOW bij krijgen gaat meteen van hun AIO af. Het
verschil tussen de AOW sec en de AOW + AIO wordt daarmee groter.
Kortom, bij al deze maatregelen is er sprake van klassieke indirecte discriminatie. Negen van de tien
AIO-gerechtigden is immers buiten Nederland geboren. Op dit punt zou u ons inziens advies moeten
worden gevraagd van de Commissie Gelijke Behandeling.
Wij willen u verzoeken om u bij de behandeling van de hierboven genoemde maatregelen rekenschap
te geven van het cumulatief effect voor een groep die behoort tot de een van de armste in ons land en
om deze groep van deze maatregelen te vrijwaren.
Graag verklaren wij ons bereid om onze zienswijze in een gesprek nader toe te lichten.
Hoogachtend,
Voor het Inspraakorgaan Turken
Aydın Akkaya,
voorzitter
Voor het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders
Farid Aza