Conclusies en oplossingen voor de jeugdproblematiek
Masterthesis sociologie
Door:Jeroen Schilder
‘Ik doe te weinig aan mijn geloof, ik doe er geen ene moer aan.’ Citaten als deze geven het nodige inzicht in de geloofsbeleving van jonge moslims die te maken hebben met jeugdproblematiek. Regelmatig wordt in het publieke debat gespeculeerd over de rol van de islam bij jeugdproblematiek onder jonge moslims. Voor het eerst is dit nu wetenschappelijk onderzocht. Schooluitval, werkloosheid, jeugdcriminaliteit en overlastgevend gedrag bij jongens van Marokkaanse komaf, wat heeft dit met de islam te maken?
In het kader van mijn masterthesis in de sociologie heb ik dit onder begeleiding van Prof. Dr. Godfried Engbersen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam voor de Gemeente Rotterdam onderzocht. Aan de hand van uitvoerige gesprekken met jonge moslims (van Marokkaanse, Turkse en Somalische afkomst) die momenteel of in het verleden te maken hebben gehad met genoemde jeugdproblematiek, is wetenschappelijk inzicht gegeven in de door hen ervaren jeugdproblematiek, hun geloofsbeleving en de relatie hiertussen.
Jonge moslims op straat ervaren crisis in geloofsbeleving
‘Ik geloof er echt in, maar het doet me pijn dat ik er niks mee doe.’ Veel van de jongeren in kwestie geloven met overtuiging in de Islam en zij vinden het zelfs het belangrijkste in het leven. De islam is diep van binnen bepalend voor hun zingevingkader en de moraal in hun leven. Maar juist vanuit islamitische perspectief balen zij en schamen zij zich voor hun eigen leefstijl. De jongens doen mee aan de ramadan en eten geen varkensvlees, maar eigenlijk houdt de uiting die de islam krijgt in het dagelijks leven daar ook wel mee op. Dagelijks bidden (wat zij zeer belangrijk vinden) doen zij bijvoorbeeld zelden en daarnaast doen de jongeren vooral veel dingen die in hun ogen moslims juist niet zouden moeten doen; drinken, roken, blowen, spijbelen, seksen, stelen, helen en verdoen zij naar eigen zeggen te veel van hun tijd buiten op straat met ‘verkeerde’ vrienden. Sommige jongens vinden hun eigen leefstijl zelfs zo niet-islamitisch, dat zij vinden niet eens het recht te hebben om zichzelf moslim te noemen.
Spanning tussen straatleven en islamitische levenswijze
‘Ik was te veel op straat.’ Vanuit de sociaaleconomische en culturele achtergrond waarin de jongeren opgroeien, zijn zij buitengewoon gevoelig voor het straatleven en de problematiek. Op straat vinden zij de erkenning en vertier bij vrienden die zij op school, op werk en thuis missen. Door socialisatieprocessen die zij doormaken op straat gaan zij op in het straatleven. ‘Chillen’, leven met de dag, makkelijk snel geld verdienen, (soft)drugs, meisjes ‘playen’ en lak aan de rest worden bepalend voor het dagelijks leven van de jongens en zo ook voor hun karakter. De islamitische levenswijze – die de jongens daarentegen associëren met ‘ontwikkeling’, ‘discipline’, ‘structuur’, ‘planning’, ‘geduld’, ‘huwelijk’, ‘nuchterheid’ en ‘behulpzaamheid’ – achten de jongens diep van binnen als ideaal, maar de naleving hiervan blijft door de gewenning van het straatleven achterwege. Soms pogen jongeren tevergeefs het geloof op te pakken, maar vervallen door de sleur van het straatleven dan vaak terug in hun oude patroon. Sommige jongeren hangen dan enige tijd met het ene been in de problematiek op straat en proberen met het andere been naar school, werk en moskee te gaan. Wel hopen de jongens vroeg of laat echt het geloof op te pakken en als een goede moslim te leven door school en werk op te pakken en de straat achter zich te laten.
Islam kan helpen bij het oplossen van de jeugdproblematiek
‘De Islam stimuleert juist om je best te doen op school, op werk en in de maatschappij.’ Uit de bevindingen blijkt dat veel van deze jongens in het proces van volwassen worden – waarbij zij afstand nemen van de jeugdproblematiek – zich uiteindelijk ook erg optrekken juist aan hun islamitisch geloof. Uit hun islamitisch zingevingkader putten deze jongens de zin/discipline, moraal en structuur die nodig is om studie (wat wordt gezien als een religieuze plicht) en werk (wat wordt gewaardeerd als een vorm van aanbidding) op te pakken en afstand te nemen van de problematiek op straat. De jongens gaan bewuster leven, doen kennis op over geloof, maatschappij en beroep, reflecteren op zichzelf, nemen structuur aan, werken, studeren, bidden en plannen. De islamitische geloofsbeleving speelt in de algemene ontwikkeling van veel van deze jonge moslims dan ook een betekenisvolle rol, zo ook waar het gaat om het oplossen van schooluitval, werkloosheid, jeugdcriminaliteit en overlastgevend gedrag. Dit is echter een proces wat niet moet worden versimpeld tot het idee dat vijf keer per dag bidden ervoor zorgt dat de problematiek als sneeuw voor de zon verdwijnt. Opgroeiende jonge moslims in Nederland zijn op zoek naar een balans tussen geloof en omgeving. De juiste begeleiding vanuit de omgeving is voor het vinden van deze balans van groot belang.
Te veel moskeeën en ouders niet capabel om jongeren te begeleiden in ontwikkeling
‘De manier zoals in de moskee les werd gegeven, was niet mijn ding.’ Het islamitisch zingevingkader en ook de identiteit van de jongeren kunnen eerder en beter ontwikkeld worden. De pedagogische kwaliteit in huis en moskee zijn gebrekkig. De jongens ervaren te weinig uitleg en leuke interactie. Te veel moeten, te weinig begrijpen. Ouders en moskee missen vaak toegesneden kennis en ervaring van zowel de samenleving als van de islam om kinderen een optimale begeleiding te bieden als opgroeiend moslim in Nederland. Opgroeiende jonge moslims zijn zoals gezegd constant op zoek naar een balans tussen geloof en hun omgeving. Sommige jongeren ervaren de samenleving bijvoorbeeld als vijandig, fixeren zich op het geloof en zonderen zich af. Dit kan juist schooluitval en werkloosheid in de hand werken. De jongens relativeren deze fixatie veelal tot een fase in een proces. Zodra een jongere meer kennis opdoet over het geloof en het hem lukt om erkenning te vinden op school en werk, zal hij stap voor stap zijn draai in de samenleving wel vinden. Moskeeën kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Jeugdproblematiek onder jonge moslims kan zo beter verholpen of zelfs voorkomen worden.
Jeroen Schilder is socioloog, cultureel maatschappelijk vormer en studeert momenteel af in bestuurskunde. Bovenstaande inzichten komen aan de orde in zijn onderzoek ‘Weg van de straat naar school, werk en moskee’ welke is te vinden in de universiteitsbibliotheek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor vragen of kritiek op de inhoud van deze bijdrage kan men zich tot hem wenden via schilder@citade.nl
(www.moslimvandaag.nl / 31.01.2012)